Nieuwe wet helpt faillissementen voorkomen
Schulden moeten betaald worden. En als er niet betaald kan worden moet je proberen het met de schuldeisers te regelen. Dit betekent wel: met iedereen individueel. Je kan normaal gesproken dus crediteuren niet dwingen akkoord gaan met een uitkering op basis van een meerderheid van stemmen. Dat kan bijvoorbeeld wel in een faillissement: een ‘dwangakkoord’.
Zover hoeft het niet meer te komen: de wetgever heeft geregeld dat je ook buiten faillissement een dwangakkoord kan aanbieden. Hiermee kunnen dus tegenstemmers worden gedwongen akkoord te gaan met de aangeboden uitkering.
Voor dat doel treedt per 1 januari a.s. de Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA) in werking.
Hoe loopt dit: als een onderneming in financiële problemen raakt, kan hij proberen een deal te maken met een deel van de schuldeisers. Deze deal wordt voorgelegd aan de rechtbank. Als die van mening is dat dit een correcte deal is, gaat de rechtbank over tot bevestiging van de deal (‘homologatie’).Als gevolg daarvan zijn andere schuldeisers ook gebonden aan het akkoord.
Ter bescherming van crediteuren uit het midden- en kleinbedrijf is toegevoegd dat zij tenminste 20% van de openstaande vordering terug moeten krijgen. Zo wordt hun positie ten opzichte van de grotere schuldeisers zoals banken, beter beschermd.
De regeling is niet heel eenvoudig maar de verwachting is dat het enkele inwerkingtreden van de WHOA ertoe zal leiden dat er al betere kansen zijn om in overleg, dus zonder beroep de op de rechtbank, met crediteuren tot een vergelijkbare deal te komen.