De kantonrechter oordeelde op 15 januari 2019 dat de fietsmaaltijdenbezorgers van Deliveroo geen ZZP’ers zijn, maar werknemers (zie onze blog ‘Roet in het eten voor zzp-constructie Deliveroo). Een flinke tegenslag voor Deliveroo aangezien zij nu te maken kreeg met de bescherming die het arbeidsrecht aan werknemers biedt. Deliveroo had na de uitspraak al aangekondigd in appel te gaan, en zo geschiedde: het Hof deed uitspraak op 16 februari 2021.
De wel bekende ZZP-constructie
Deliveroo biedt een platform aan waar je eten kunt bestellen bij restaurant. Deliveroo had met al haar koeriers een overeenkomst van opdracht gesloten. Op deze manier werden zij behandeld als zzp’er en niet als werknemer. Volgens Deliveroo bepalen de koeriers zelf of, waar, wanneer en hoelang zij werken. De koeriers ontvingen hiervoor een vast bedrag per bestelling. Op deze manier had Deliveroo niks te maken met het minimumloon, de ontslagbescherming of loondoorbetaling bij ziekte.
Wat vindt het Hof?
Het hof heeft in haar uitspraak verwezen naar het arrest van de Hoge Raad van 6 november 2020 X/Gemeente Amsterdam. Het Hof gebruikt dit arrest ter kwalificatie van de arbeidsrelatie. De vier elementen die hierbij een rol spelen zijn: ‘in dienst’, ‘loon’, ‘gedurende zekere tijd’ en ‘arbeid’. Voor de kwalificatie wordt er getoetst aan de rechten en verplichtingen die partijen gezamenlijk zijn overeengekomen. De rechten en verplichtingen worden uitgelegd aan de hand van het Haviltex-criterium.
Volgens het Hof is de enige omstandigheid die wijst op afwezigheid van een arbeidsovereenkomst dat de koeriers een grote vrijheid is toegekend ten aanzien van de wijze waarop de arbeid verricht dient te worden (het element ‘arbeid’). Aan alle overige elementen is volgens het Hof voldaan. De conclusie van het Hof, gelijk aan die van de kantonrechter, is dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst.
To be continued… Deliveroo gaat namelijk in cassatie.