Als de (onder)aannemer zijn werk niet goed doet, mag je hem niet zomaar wegsturen.
Je moet hem een redelijke kans geven om zijn fouten te herstellen – tenzij er bijvoorbeeld een keiharde deadline is verstreken.
De druk komt vaak bij de opdrachtgever vandaan, dat wil zeggen de projectontwikkelaar en zijn kopers: die hebben een koop-aannemingsovereenkomst gesloten met een recht op een vlot verlopende bouw binnen een bepaald aantal werkbare dagen.
De veelgehoorde vraag is dan: ‘Kunnen we deze aannemer niet wegsturen? Het lijkt nergens op en hij herstelt zijn fouten niet’.
In het algemeen is het antwoord dan: ‘ Nee, je moet hem toch echt een laatste kans geven om zijn fouten te herstellen en pas daarna kun je het contract ontbinden en overstappen naar een derde’ .
Dan blijft de vraag: wat is een redelijke termijn voor die laatste kans? Tijdens de bouw heeft alles haast en we kunnen niet zomaar weken wachten. We praten vaak over weken, want een flink bouwkundig gebrek is niet binnen paar dagen hersteld.
De Hoge Raad heeft in een recente uitspraak ECLI:NL:HR:2019:1581 duidelijk gemaakt dat de termijn kort mag zijn als er al eerder termijnen zijn gesteld die niet hebben geholpen. Uiteindelijk mag je dus met een korte termijn volstaan ook al is die misschien niet genoeg om het bouwkundig werk helemaal te herstellen. De betrokken aannemer was immers al gewaarschuwd en had daar al rekening mee moeten houden.
Verder geeft de Hoge Raad ook goedkeuring aan een zogenaamde tweetrapsraket: je kan de ingebrekestelling zo inrichten dat de betrokken aannemer binnen een redelijke termijn moet laten weten of hij bereid en in staat is om het herstel uit te voeren. Die termijn kan dus korter zijn. Die termijn staat los van de hersteltermijn, die zal uiteindelijk moeten worden aangepast aan de omvang van het herstelwerk.
Korter gezegd: de ingebrekestelling hoeft niet steeds volledig te zijn aangepast op de termijn die nodig is om het werk volledig te herstellen, je mag verwachten van de betrokken aannemer dat hij binnen een korte termijn al laten weten of, en zo ja, hoe hij gaat herstellen.
Als hij die kans ook voorbij laat gaan, zou je sneller mogen overstappen naar een andere aannemer – in dat geval kunnen ook de meerkosten bij de vorige, tekortschietende, aannemer worden neergelegd.
De Hoge Raad geeft dus ruimte, maar niettemin blijft het maatwerk om in een concreet geval met juiste, redelijke en verdedigbare termijnen, te werken om tot een rechtsgeldige ingebrekestelling te komen. Die heb je nodig om te kunnen overstappen en de meerkosten te kunnen claimen bij de aannemer die tekortschoot, dus de belangen zijn altijd groot.
Heeft u vragen over dit onderwerp? Mail